Contactdermatitis bij vleeskuikens wordt gekenmerkt door laesies op de borst, de huid van de hak, en de voetzolen (1). Voetzooldermatitis, ook voetzoollaesies genoemd, is tegenwoordig bij vleeskuikens een van de belangrijkste aspecten die bijgehouden worden om te kunnen voldoen aan de strengere eisen op het gebied van dierenwelzijn. Voetzoollaesies tasten de plantaire zijde van de poten van vleeskuikens aan (2), wat te zien is aan erosies of zweren op de ventrale voetzolen (3). De ernst van dergelijke laesies varieert van lichte verkleuringen in een klein gebied tot zeer sterk gezwollen voetzolen, zoals te zien in Figuur 1 (4).
Door ernstige laesies kunnen vleeskuikens pijn ervaren, waardoor het welzijn en de gezondheid van de dieren in het gedrang komen (5). Bovendien wordt een groot aantal gevallen van voetzooldermatitis vaak in verband gebracht met een tragere groei en een frequentere afwaardering van vleeskuikens, wat rechtstreeks van invloed is op het inkomen van de vleeskuikenhouders (6). Vleeskuikens die pijn hebben, gaan minder bewegen, eten en drinken.
Voetzooldermatitis kent diverse oorzaken, maar de belangrijkste blijkt slechte strooiselkwaliteit te zijn (7). Maar hoe kunnen vleeskuikenproducenten de kwaliteit van het strooisel goed houden en zo onnodige verliezen vermijden en het dierenwelzijn in hun bedrijf verbeteren?
In een recente studie zijn de multidimensionele oorzakelijke factoren van nat strooisel onderzocht(8). In deze studie werd vijftien personen gevraagd om het relatieve belang van omgevings- en huisvestingsfactoren te rangschikken die bijdragen tot nat strooisel. Tot de respondenten behoorden voedingsdeskundigen, dierenartsen en andere ervaren professionals uit de pluimveesector. Deze respondenten zien het beheer van het drinkwatersysteem en stalventilatie als de belangrijkste factoren die van invloed zijn op de strooiselkwaliteit (zie ook Figuur 2).
als medeoorzaak van het probleem van nat strooisel (8).
De strooiselkwaliteit wordt beïnvloed door het ontwerp en beheer van het ventilatiesysteem, aangezien ventilatie de temperatuur en luchtvochtigheid in de stal regelt (8). Het bewaken van de temperatuur en luchtvochtigheid in de stal is van wezenlijk belang om effectieve veranderingen in de ventilatiemeting te kunnen doorvoeren. Een juiste regeling van de relatieve luchtvochtigheid in de stal zorgt ervoor dat het strooisel minder vocht absorbeert en het ontstaan van waterdruppels als gevolg van condensatie vermindert (9).
Het onderzoek heeft ook aangetoond dat ontoereikende ventilatie kan leiden tot ongunstige luchtpatronen, bijvoorbeeld een te lage snelheid van de intredende lucht, waardoor koude lucht naar de bodem valt. Dit veroorzaakt meer condensatie op bepaalde plekken in de stal, met als gevolg nat strooisel. Ventilatie moet juist zorgen voor een gelijkmatige luchtstroom, zodat de omstandigheden in de stal overal gelijk zijn. Plaatselijke temperatuurverschillen kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat de dieren te dicht bij elkaar gaan zitten, waardoor het strooisel niet overal in dezelfde mate droogt en er ophopingen van uitwerpselen ontstaan. Daarom wordt geadviseerd om met name tijdens minimale ventilatie, wanneer de luchtverversingssnelheid laag is, gebruik te maken van interne circulatieventilatoren(10).
Tot slot hangt de strooiselkwaliteit ook in hoge mate af van de verdampingssnelheid. Een laag samengeperst strooisel, ook wel aangekoekt strooisel genoemd, heeft een lagere verdampingssnelheid, waardoor het strooisel langzamer droogt (12). De luchtsnelheid heeft een gunstig effect op de verdampingssnelheid. Hiervan profiteren vooral vleeskuikenhouders die in hun stallen gebruikmaken van tunnelventilatie.(11).
Op grond van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de impact van ventilatie op de diergezondheid en het financiële rendement niet moet worden onderschat: een juiste ventilatie is cruciaal voor het voorkomen van voetzoollaesies bij vleeskuikens.
E-mailadres voor correspondentie: ventilation@vostermans.com