De lucht in pluimveestallen bevat meerdere gassen (NH3, CO2), stof en vocht. Komen deze boven een bepaalde grens, dan kunnen ze schadelijk zijn en moeten ze worden afgevoerd.
Minimumventilatie is de noodzakelijke ventilatie die altijd nodig is om de lucht voldoende te verversen, tot een gezond niveau wordt bereikt. Minimum ventilatie is waarschijnlijk het belangrijkste criterium wat er in een stal te bedenken is; met de minimum ventilatie proberen we met zo weinig mogelijk warmteverlies, het stalklimaat zo goed mogelijk te houden.
Minimum ventilatie kan worden gemeten aan de hand van het CO2-gehalte. Dit wordt gemeten in deeltjes per miljoen of parts per million (ppm). Wordt er meer dan 3000ppm gemeten, dan wordt er te weinig geventileerd. Geeft een meting minder dan 2000ppm aan, dan wordt er onnodig veel geventileerd.
De hoeveelheid minimum ventilatie is mede afhankelijk van de volgende 4 factoren:
“Een kip kan op zich goed tegen een wat hogere luchtvochtigheid (iets warmer/broeieriger aanvoelend) binnen de grenzen van de temperatuur, maar een hogere luchtvochtigheid is negatief voor de kwaliteit van het strooisel waarop de dieren gehouden worden. Bijna alle soorten huisvesting voor onze kippen beschikken over een (scharrel)ruimte met strooisel bedekt. Vooral bij jonge dieren die een hoge ruimtetemperatuur nodig hebben (en daarmee verwarming) kunnen de warmte verliezen aanzienlijk zijn. Te veel minimumventilatie is dus economisch schadelijk en voor het comfort niet nodig.”, aldus dhr. Rodenboog, klimaatspecialist en zoötechnicus bij De Heus Voeders BV*.
Voor succesvolle minimale ventilatie zijn een viertal basisvereisten:
Voldoende statische druk is nodig om de inkomende koude lucht te mengen met warme lucht boven het pluimvee. Voorkomen moet worden dat de koude lucht rechtstreeks op de vloer valt, waardoor de kippen afkoelen en condensatie ontstaat, met nat strooisel als gevolg.
Om statische druk in staat te stellen een goede luchtworp te doen, moet het juiste aantal inlaatkleppen ontgrendeld zijn en goed openen.
De juiste ventilatie-opstelling (ventilatoren en ventilatieopeningen) om alle binnenkomende lucht door de hele stal te verspreiden.
Om een goede luchtkwaliteit te behouden moet de minimale cyclustijd (ventilator aan/uit) geschikt zijn voor de grootte/leeftijd van de kippen.
Het directe gevolg van het niet voldoen aan een of meer van deze vereisten voor minimum ventilatie zijn vaak: Natte vloeren, te hoge ammoniakconcentratie, hoge energierekeningen en slechte prestaties.
Meer lezen over de verschillende ventilatiemogelijkheden en de geschikte ventilatoren voor pluimveestallen? Kijk eens op onze pluimvee pagina.