Robin wilde na een studie van 5 jaar niets liever dan zijn kennis in de praktijk brengen. Een open sollicitatie in 2013 bleek het gouden ticket tot onze Research & Development (R&D) afdeling. Maar wat moet iemand met een Universitaire Lucht- en Ruimtevaarttechniek achtergrond bij een ventilatorfabrikant?
“De Universitaire studie bestond uit verschillende onderdelen. En hoewel ruimtevaart iets magisch heeft, kwam ik er al snel achter dat mijn interesse werd gewekt door de complexiteit van helikopterrotoren en experimentele aerodynamica. Van oorsprong is het een erg theoretisch vakgebied. Maar juist de connectie met de praktijk vind ik interessant. Het is dus helemaal niet zo vreemd dat ik nu mijn kennis in de praktijk breng bij een ventilatorfabrikant. Denk hierbij aan het valideren van theoretische berekeningen in onze eigen windtunnel en op een testlocatie bij een tuinder metingen verrichten.
Mijn eerste project was het werkend krijgen van de V-FloFan. Een aantal engineers hadden een ventilator bedacht die op een compleet nieuwe manier lucht moest verplaatsen. De luchtstroom zou via een koepel naar beneden worden geblazen, om vervolgens weer terug de ventilator in te worden gezogen. Maar ze kregen de luchtstroom niet rond. Het heeft ons een jaar gekost om het product goed werkend te krijgen. Dan ben je toch wel een beetje trots als je ziet dat die ventilator vervolgens over de hele wereld wordt gewaardeerd door klanten. Laatst heeft een concurrent het product nog proberen te kopiëren. Deze hebben we natuurlijk getest in onze R&D. Ik moet eerlijk bekennen dat ik wel genoot om te zien dat het ze niet is gelukt om de luchtstroom mooi rond te krijgen.
Aerodynamica wordt vaak ondergewaardeerd. Je ziet met het blote oog namelijk niet hoe goed een schoep of waaier is. Een namaakproduct kan er nagenoeg hetzelfde uitzien als een originele Multifan ventilator, en net als bij een ventilator die thuis staat komt ook daar lucht uit. Maar het zegt niets over de efficiëntie en effectiviteit van het product, terwijl dit in de agrarische sector van essentieel belang kan zijn. Ik ben eens naar een klant geweest die klaagde over het geluid van de ventilatoren. Ik constateerde dat door een verstoorde luchtstroom de lucht schuin de ventilatoren in werd gezogen. De ventilatoren werden daardoor ongelijk belast wat voor een storend geluid zorgde. Zo’n kleine omgevingsfactor kan de klant het gevoel geven dat het product niet deugt, terwijl het meestal omgevingsfactoren zijn die dit veroorzaken.
Het ontwikkelen van een nieuwe schoep is tijdrovend en complex. En dan te bedenken dat de perfecte schoep niet bestaat. De vorm van de schoep is namelijk afhankelijk van de ventilatortoepassing. In een omgeving waar geen tegendruk is kun je bijvoorbeeld het beste een waaier met slanke schoepen gebruiken, terwijl in een ruimte met veel tegendruk een brede schoep effectiever is. En dan moet je nog rekening houden met geluid, vermogen, en luchtvolume. Een complexe puzzel die iets weg heeft van het ontwikkelen van een F1 auto.
Wat tegenwoordig interessant is, is dat je een prototype snel kunt laten 3D-printen om vervolgens in onze eigen automatische windtunnel te testen. Hiermee kun je de theoretische berekeningen direct in de praktijk valideren. Tot slot meten we elke schoep op de schoepenmeter. Door de lengte, breedte, rechtheid en wrong te meten bepalen we of de schoep ook daadwerkelijk zo is geworden zoals wij hem hebben bedacht. Hier is de afgelopen jaren veel in geïnvesteerd om ons complete waaierassortiment naar een hoger niveau te tillen.
Waar we over 10 jaar staan? Ik denk dat aerodynamica steeds belangrijker wordt. Het is namelijk een middel om onze ventilatoren energiezuiniger te maken zonder dat we met gevoelige elektronica moeten gaan werken. Iets wat in de agrarische sector vaak vermeden wordt. En ik geloof dat we de afgelopen jaren een basis hebben gelegd om hier de komende tijd mooie stappen in te gaan maken. Al is het natuurlijk wel belangrijk dat onze klant de ventilator af en toe schoonmaakt, anders heb ik mijn werk voor niets gedaan.“