Vostermans Ventilation werkte samen met het Department of Poultry Science van de University of Georgia. In samenwerking werd een onderzoek uitgevoerd naar luchtcirculatie met hoge snelheid in vleeskuikenstallen en de wijze waarop dit de kwaliteit van het strooisel, de gezondheid van de voetzool en de sporulatie van oöcysten beïnvloedt. Voor dit onderzoek werden acht Multifan 24” 1/3HP-ventilatoren (6.000 CFM elk) gebruikt in een stal van 40’ x 500’ (+/- 12 x 150 m), grenzend aan een identieke controlestal waarin geen circulatieventilatoren werden ingezet.
In beide stallen werden op verschillende plaatsen 14 temperatuursensoren geïnstalleerd om vloer- en plafondtemperaturen te meten. In de winter, tussen november en januari, varieerden de temperaturen in de controlestal meer dan 50% van de tijd met meer dan 2.7 graden °C. In de proefstal met Multifan-circulatieventilatoren varieerden de temperaturen 99% van de tijd echter nooit met meer dan 2.7 graden °C. De stalventilatoren zorgden voor een homogene temperatuur door de hele stal en een betere mix van de verschillende luchtlagen. De luchtbeweging zorgt er bovendien voor dat de broedmachines de vloer eronder niet oververhitten, waardoor de looptijd van de verwarming en de reactietijd van het systeem afnam.
In de controlestal werd in de winter waargenomen dat 80% van de kippen naar de zijwanden kroop, weg van de verwarming in het midden van de stal. In de proefstal met Multifan-circulatieventilatoren waren de kippen gelijkmatig verdeeld door de hele stal, in het midden, bij de zijwanden en bij de drinkbakken. Zie afbeelding 1 en 2. Traditioneel hebben houders een beperkte luchtsnelheid op vloerniveau tot 50 ft/min (+/- 15 m/min). Met behulp van de Multifan-circulatieventilatoren werd de luchtsnelheid op vloerniveau verhoogd tot 150 ft/min (+/- 45 m/min), terwijl er met een juiste luchttemperatuur geen negatieve bijwerkingen voor de eendagskuikens werden waargenomen.
Het effect van de hogere luchtsnelheid op het vochtgehalte in strooisel was in de eerste 21 dagen van elk koppel duidelijker, met een afname van ongeveer 10% (gemeten op basis van gehomogeniseerde monsters van 200 g). In totaal bedroeg de gemiddelde vochtafname bij 5 koppels ongeveer 6%. Dit klinkt wellicht als een kleine vermindering, maar zelfs ogenschijnlijk kleine verminderingen van het vochtgehalte in strooisel kunnen leiden tot verbetering van de gezondheid van kippen en de vorming van aangekoekt strooisel en vervolgens de ontwikkeling van voetzoollaesies verminderen. Naast het verbeteren van het gemiddelde vochtgehalte in strooisel, verminderde de luchtsnelheid ook het verschil in vochtniveau van de zijwand tot het midden van de stal.
Naast de verbeteringen op het gebied van temperatuur, gedrag en strooiselkwaliteit, werd ook het ammoniakgehalte aanzienlijk verlaagd. In de proefstal lag het ammoniakgehalte gemiddeld onder de 15 ppm, terwijl in de controlestal bij alle koppels een niveau van 20-30 ppm werd geregistreerd. Door het vochtgehalte in strooisel laag te houden, wordt het ammoniakgehalte verlaagd. Dit is gunstig voor de gezondheidstoestand van de kippen.
Uit het onderzoek blijkt dat het lagere vochtgehalte in strooisel, in vergelijking met de controlestal, geen negatieve invloed heeft op de sporulatie van oöcysten. Ook verbetert het lagere vochtgehalte in de proefstal de kwaliteit van de voetzool. In de teststal was er gemiddeld een vermindering van 20% van het aantal voetzoollaesies ten opzichte van de controlestal.
Het onderzoek onder leiding van het Department of Poultry Science van de Universiteit van Georgia toont zeer goede resultaten met de hogere luchtsnelheden die werden verkregen door het gebruik van de Multifan-circulatieventilatoren. De verbeterde stalomstandigheden zouden zich kunnen vertalen in een financieel voordeel voor de houder, het verminderen van de looptijd van de verwarming en het verbeteren van de gezondheid van de kippen.
Lees de samenvatting van het project en het volledige rapport op USPOULTRY.org door deze links te volgen.
Samenvatting: https://www.uspoultry.org/research/resproj/PROJ_705.html
Volledig onderzoek: https://www.uspoultry.org/research/resproj/705%20-%20Final%20Report.docx.pdf