In de basis heeft u de keuze tussen twee ventilatieprincipes in de pluimveehouderij: natuurlijk en mechanisch.
Natuurlijke ventilatie
Een voordeel van natuurlijke ventilatie is de geringe investering door het gebruik van natuurlijke bronnen en eenvoudige installatie. Natuurlijke ventilatie is gebaseerd op het schoorsteen effect. Warme lucht stijgt op en verdwijnt door een opening in het dak (“schoorsteen”). Hierdoor ontstaat een lichte onderdruk in de stal en wordt er frisse lucht door inlaatopeningen aan de zijkant (die met kleppen of gordijnen geopend of gesloten worden) naar binnen gezogen. Systemen gebaseerd op natuurlijke ventilatie zijn echter door de nadelen van handmatige regeling en beperkte capaciteit uit de belangstelling geraakt.
Mechanische ventilatie
De benodigde luchtverversing of temperatuurverandering is bij gebruik van natuurlijke ventilatie niet altijd voldoende. Dit is met behulp van mechanische ventilatie veel nauwkeuriger en eenvoudiger te regelen. Ventilatoren geven veel meer zekerheid over de hoeveelheid verplaatste lucht.
Bij mechanische ventilatie kan de lucht d.m.v. ventilatoren afgezogen worden, ingeblazen worden, of een combinatie van beide. We spreken in die gevallen van ventileren op onderdruk, overdruk of gelijkdruk.
“Ventileren op onderdruk komt nog verreweg het meeste voor. Maar met allerlei alternatieve huisvestingssystemen, waarbij de kippen met regelmaat naar buiten moeten, neemt ook de vraag naar andere ventilatiesystemen toe, met name de vraag naar gelijkdruk ventilatie. Bij dit systeem wordt directe trek over de dieren door de uitloopluiken voorkomen.
Door veel pluimveehouders wordt dit systeem te duur gevonden, omdat je zowel afzuig- als inblaas ventilatoren nodig hebt, die dus samen ook veel meer elektriciteit verbruiken.
Toch is de verwachting dat dit in de toekomst meer toegepast zal worden, mits het in de wet- en regelgeving past.”, aldus dhr. Henk Rodenboog, klimaatspecialist en zoötechnicus bij De Heus Voeders BV*.
Mechanische ventilatie voor pluimveestallen is er in verschillende vormen. Onderstaand een korte omschrijving van enkele veelvoorkomende systemen: nokventilatie, lengteventilatie, tunnelventilatie en dwarsventilatie. Ook zijn combinaties van deze systemen mogelijk, zoals lengte- en nokventilatie, lengte- en tunnelventilatie.
Nokventilatie
Bij nokventilatie zitten de ventilatoren in kokers gemonteerd die in de nok van het dak zijn geplaatst. De luchtinlaten zitten dan in de zijwanden verwerkt. Nokventilatie wordt doorgaans alleen gebruikt voor minimumventilatie.
Lengteventilatie
Bij lengteventilatie zijn de ventilatoren gemonteerd in de kopgevel en de luchtinlaten in de zijgevels. Door het toerental van ventilatoren en de luchtinlaten verder te openen of te sluiten is er een breed bereik aan luchtverversing mogelijk.
Tunnelventilatie
Voor maximum ventilatie wordt vaak tunnelventilatie toegepast waarbij de inlaten in de kopgevel gemonteerd zijn en de ventilatoren in de tegenoverliggende kopgevel. Dit maakt het mogelijk om tijdens zeer hete dagen de lucht met hoge snelheid door de stal te blazen. De hoge snelheid zorgt voor een windchill-effect waardoor de kippen een aangename gevoelstemperatuur ervaren.
Dwarsventilatie
Bij dwarsventilatie zijn de ventilatoren geplaatst in een zijgevel. De inlaten zitten in de zijgevel ertegenover. Doordat de afstand van inlaat tot ventilator kort is, wordt het mogelijk om met een hele lage snelheid de lucht in een stal te verversen. Dit systeem is geschikt voor het verplaatsen van zowel weinig als veel lucht.
Ventilatoren
Bij de keuze van het soort ventilatoren dat wordt toegepast in pluimveestallen, met andere woorden de ‘hardware’ van het ventilatiesysteem, zijn de volgende zaken van belang:
- de duurzaamheid en betrouwbaarheid van de ventilatoren
- de geschiktheid voor intensief gebruik
- de regelbaarheid
- de bestendigheid tegenagressieve omstandigheden
Bekijk de video voor een visualisatie van het effect van de verschillende systemen op de luchtbeweging in de stal.